Het mijnterrein van de voormalige steenkoolmijn van Waterschei in Genk is ons al jaren bekend. Zelfs voor de tijd dat het werd omgedoopt tot het huidige Thorpark, met zijn mooie wandellussen. Vooraleer deze wandellussen er hun intrede deden, waren we ter plekke al regelmatig op pad geweest. Dat gebeurde toen nog met kompas en stafkaart (topografische kaart). Sinds het ontstaan van wandelgebied Thorpark maakten we dan maar gebruik van de plaatselijke wandelkaart met al hun wandellussen. Daarop staan 11 routes met afstanden variërend van 2 tot 16 kilometer. Tevens zijn ze onderling makkelijk te combineren tot een eigen variant door middel van de wandelwissels, een soort knooppuntensysteem. De wandelkaart is een uitgave van Regionaal Landschap Kempen en Maasland. Wat het gebied zo aantrekkelijk maakt, en ons steeds terug lokt, is de grote diversiteit. Het heeft een oppervlakte van zo’n 10 vierkante kilometer met een indrukwekkend landschap van mijnsteenbergen ten midden van heidevelden en dennenbossen, duizenden jeneverbessen en een indrukwekkend mijnpatrimonium. Het behoort sinds dit jaar ook toe aan het Nationaal Park Hoge Kempen. Tijd dus om de wandelschoenen aan te trekken en naar het Thorpark te trekken.
De wandeling (11 km)
We kozen voor deze tocht zelf een combinatie van diverse wandellussen voor een route van bijna 11 kilometer. Starten doen we aan de ruime parking voor de mooi gerestaureerde mijngebouwen, ter hoogte van de André Dumontlaan 67 te 3600 Genk. Daar vinden we trouwens een infobord terug met een overzicht van alle wandellussen. De markeringen zien we in een oogopslag, en we pikken er de rode markering uit. Deze lus zal ons voorlopig het langst begeleiden, in het gezelschap van nog enkele andere lussen die eerder zullen afbuigen naar andere oorden. We laveren ons een weg doorheen het prachtige patrimonium van mijngebouwen.
Het monumentaal beeld ‘Faith’ staat er nog in al zijn glorie te schitteren, maar is heden tijdens het schrijven van dit artikel zwaar beschadigd tijdens de stormen, wind en hitte van de afgelopen weken.
Via een verhard pad verlaten we de gebouwen in de richting van de terrils.
Onderweg komen we de eerste ‘steenmannetjes’ tegen.
Dreigende wolken geven ons een gevoel van spanning. Blijft het droog of niet? We zijn al het een en ander gewoon en zetten onze tocht voort. Als we de picknickzone met mooie infrastructuur gepasseerd zijn,
naderen we het kolenspoor aan de voet van de terril. De voormalige Limburgse steenkoolmijnen werden via een spoorwegnetwerk destijds met elkaar verbonden via dit kolenspoor. Intussen palmt hier de natuur het spoor weer in.
Een bosje verder en een kleine klim brengt ons op een tussenplateau van de terril.
Een mooie open vlakte die met de nodige verbeelding doet denken aan het steppegebied in Mongolië. De nodige verbeelding dus! Maar we hebben alleszins een mooi panorama over deze ‘steppe’ van Waterschei.
Op deze open ruimte zijn er regelmatig schapen te vinden die er de begrazing voor hun rekening nemen. Zwarte paden van steenkoolpuin en gruis volgen we in noordelijke richting, steeds een beetje stijgend. Op dit deel slaan we twee toppen gaande van deze terril.
Vlak voor ons én rechts van ons. Deze laatste zullen we straks naderen na een ommetje van enkele kilometer. Aan de voet van de eerste top zakken we af naar een vijver linksonder ons.
Maar eerst vangen we nog een blik op van de terril van de voormalige mijn van Zwartberg in de verte.
We passeren linksom de vijver en de eerste top. Her en der zijn er natte plekken op ons pad, wat het drassig en glad maakt.
We kunnen echter probleemloos voorbij, maar stevige wandelschoenen zijn toch aan te raden, zeker bij regenachtige omstandigheden. Tijd om de terril voor een poosje te verlaten! Dat doen we via de paarse lus en wandelwissel 297, die ons doen dalen in de richting van de Opglabbeker Zavel en Klaverberg.
Slingerend doorheen het dichte gemengde bos en zandwegen …
… dwarsen we verderop het verharde pad van het fietsroutenetwerk. Ja, ook zij kunnen hier naar hartenlust trappen van het ene naar het andere fietsknooppunt.
We bereiken de vlakte van Opglabbeker Zavel. Hier kan je onze geroemde ‘purperen heide’ aantreffen.
Wij doen dat ook zonder dat het in bloei staat. Heden (midden augustus) is dat wel het geval, met alle kleur en geur er gratis bovenop. Duinachtige paden volgen we noordwaarts met rechts van ons de bosrand.
Een mooie rustplaats in de vorm van een soort hangmat doet ons twijfelen. Rusten of verder gaan in dit mooie duinachtig gebied. We kiezen voor het laatste.
Noordelijk van ons en niet zo heel ver heb je ook het wandelgebied Duinengordel. Natuurlijk ook ons reeds bekend! Maar we blijven toch in het Thorpark en slaan oostwaarts via de gele lus terug het bos in aan wandelwissel 295. Met mooie brede en vlakke bospaden …
… enkele keren links, rechts, links, rechts en nog eens rechts ter hoogte van wandelwissel 288 treffen we met onze paarse lus terug aan als tijdelijk baken. Een kleine kilometer later staan we weer op het fietsroutenetwerk.
We volgen gedurende 200 meter parallel aan het verharde fietspad een bosweg westwaarts, om vervolgens haaks op dat pad in zuidelijke richting het bosgebied te verlaten.
We staan weer aan de voet van onze terril en wandelwissel 301.
We klimmen een beetje om weer op het zwarte pad van steenkoolpuin en gruis terecht te komen.
We zwaaien de paarse lus hier een laatste keer uit en blauw is zijn opvolger tot aan ons eindpunt. Net zoals het vele blauw dat nu aanwezig is in ons wolkendek. De dreiging van regenbuien lijkt nu definitief bezworen. Voordat we weer stijgen tot een volgend plateau van de terril, rusten we even uit op een bankje, genietend van het uitzicht rondom ons.
Een aangelegde trap helpt ons om dat plateau vlot te bereiken.
We wanen ons weer in de denkbeeldige steppe.
Zuidwaarts dwarsen we deze vlakte, met nu de tweede top van deze terril aan onze linkerzijde.
We krullen eromheen en bereiken de rand van dit plateau, nadat we de vele uitzichten en panorama’s in ons hebben opgenomen. Je kan hier onder andere de schachtbokken van de mijn van Waterschei en Winterslag zien,
maar ook de industriezone van Genk-Zuid met zijn koeltorens.
De voetbaltempel van KRC Genk mag natuurlijk ook niet ontbreken, evenals de skipiste van Peer in het noorden.
We kijken ook neer op enkele vijvers of waterputten die zich een niveau lager bevinden.
We dalen af tot aan het water en wandelen er omheen tot iets voorbij de ‘bungelbank’ aan de tweede waterkuil.
Nog een paar meter zuidwaarts verlaten we via trappen de terril een laatste keer en ook het kolenspoor wuiven we uit. We belanden in de Stiemer- en Bosbeekvallei. Een mooi stukje natuur bestaande uit vijvers en veel riet ligt hier mooi verborgen, maar gelukkig op onze route. Het gebrul van de kikkers moet je erbij nemen.
Vanaf hier zetten we koers richting de Schans van Waterschei. Een voormalige versterkte plaats waar destijds dorpsbewoners aan het eind van de 17de eeuw zich konden verschansen en verdedigen tegen rondtrekkende bendes of plunderende soldaten. Eerst gaan we vanaf de vijvers zo’n halve kilometer ons rechte pad volgen totdat we rechts het moerassig bos in moeten.
Gelukkig brengen houten knuppelpaden soelaas zodat we niet met natte voeten aan de voormalige schans aankomen.
Een houten brug over de gereconstrueerde gracht en schans brengt ons naar het laatste stukje van deze tocht.
We zien de mijngebouwen al aan onze horizon en bereiken via dit recentelijk nieuw ingericht gebied onze parking.
Droog en rijk aan vele indrukken staat er 10,6 kilometer op onze teller. De route en meer indrukken kan je ook raadplegen via onderstaande weblinks, alsook andere weblinks over het Thorpark.
Vele wandelgroeten,
Bennet
Informatie
https://www.wandeleninlimburg.be/nl/webwinkel/nationaal-park-hoge-kempen/thorpark/140/
https://www.visitlimburg.be/nl/wat-te-doen/wandelgebied-thorpark
https://www.nationaalparkhogekempen.be/nl
Route
Volledig fotoalbum :
https://wandelkrant.smugmug.com/België/Thorpark/